Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ven·lucht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenlucht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bovenluchtv / m

  1. (meteorologie) hogere luchtlaag
     Er was ook een aantal waterhozen te zien rond het IJsselmeer. Daarbij zie je een soort slurf aan een wolk. Als deze het water aanraakt, wordt er water omhoog gezogen. "De hozen ontstaan als de koude bovenlucht botst met het relatief warme water", zegt Hiemstra.[2]
     Want vanaf dinsdag stroomt er zeer koude lucht over Nederland. Die koude bovenlucht kan leiden tot regen, hagel en onweer. De dag voor Koningsdag en op 27 april zelf kan er 's ochtends of 's nachts dus natte sneeuw vallen.[3]
     "Op dit moment zijn de regionale verschillen heel groot", zegt NOS-weerman Peter Kuipers Munneke. "In Zeeland stormt het en is het 10 graden. In Groningen en Drenthe is het juist nog heel rustig, windkracht 4. Daar vallen wat buien. Niet meer als sneeuw, want de bovenlucht is daar inmiddels te warm geworden. Wel regen, hagel en mogelijk nog wat natte sneeuw."[4]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Natste dag in maanden, maar droogteprobleem nog lang niet opgelost” (Vrijdag 5 juni 2020, 22:01), NOS
  3.   Weblink bron “Koningsdag vier je (weer) in je winterjas en poncho” (Woensdag 19 april 2017, 19:40), NOS
  4.   Weblink bron “Weerman Peter over de westerstorm” (Donderdag 18 januari 2018, 08:29), NOS