bovenbuik
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ven·buik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenbuik | bovenbuiken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bovenbuik m
- (anatomie) bovenste gedeelte van de buik waarin o.a. de maag, lever en de milt zijn gelegen
- Jairo bleek een ontstoken darmperforatie te hebben. Dat kan volgens artsen alleen maar zijn ontstaan door geweld van buitenaf. Waarschijnlijk was de baby al dagen eerder hard in zijn bovenbuik gestompt. Artsen en familie merkten in de acht maanden van Jairo's leven vaker blauwe plekken op. Ook brak het kind een bovenbeen. [2]
- Zit je toevallig aan de eettafel? Dan kun je ook een stoel of tafel gebruiken om de Heimlich-greep mee uit te voeren. Leun over een stoel of tafel en duw je bovenbuik er in korte en en snelle bewegingen tegenaan. [3]
Synoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bovenbuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-01-17 OM wil vader dode baby Jairo vier jaar de cel in hebben
- ↑ De Telegraaf 15 jul. 2015 Eerste hulp bij vakantie-ongelukjes