bouwlocatie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bouwlocatie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bouw·lo·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw ww en locatie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwlocatie | bouwlocaties |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bouwlocatie v
- (bouwkunde) plaats waar de bouw plaats vindt
Gangbaarheid
- Het woord bouwlocatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.