Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bot·splin·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord botsplinter botsplinters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de botsplinterm

  1. een scherp naaldvormig (afgebroken) deel van een bot
     Smith (36) moet binnenkort geopereerd worden aan een botsplinter in zijn elleboog, maar afscheid nemen van de sport doet hij nog niet. "Ik wil graag nog een, twee jaar door. Volgend jaar zijn de EK in Berlijn. Dat is een geweldig stadion"', keek hij in Londen alvast vooruit.[1]
     Volgens de Telegraaf wist Lesley J. in het ziekenhuis aan zijn bewaker te ontsnappen. De man zou er worden onderzocht aan een botsplinter in zijn been.[2]
     Onlangs brak hij tijdens de training een botsplinter in zijn heup af. De 33-jarige Slot moet zich voorlopig twee weken op krukken voortbewegen en hoopt over zo'n zes weken voorzichtig te kunnen beginnen met trainen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Alsnog brons voor Rutger Smith” (Zaterdag 5 augustus 2017, 20:06), NOS
  2.   Weblink bron “Serieverkrachter Almere vluchtte” (Dinsdag 25 september 2012, 15:30), NOS
  3.   Weblink bron “Opnieuw tegenslag Zwollenaar Slot” (Vrijdag 7 september 2012, 17:21), NOS