Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bot·hoek·want
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bothoekwant
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bothoekwant

  1. Het is een lange lijn met minstens honderd haakjes, die wordt uitgelegd en een getijde lang blijft liggen voor het vangen van bot. Net als bij een visnet komt de visser later het bothoekwant leeghalen

Gangbaarheid