Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bos·zeg·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boszegge boszeggen
verkleinwoord boszeggetje boszeggetjes

Zelfstandig naamwoord

de boszeggev / m

  1. (bloemplanten) Carex sylvatica   een polvormende vaste plant die behoort tot de cypergrassenfamilie (Cyperaceae  ). De plant komt van nature voor in Eurazië en is van daaruit verbreid naar Noord-Amerika. De boszegge staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten   als vrij zeldzaam en stabiel of toegenomen
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie