bosneuker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bos·neu·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bos en neuker [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosneuker | bosneukers |
verkleinwoord | bosneukertje | bosneukertjes |
Zelfstandig naamwoord
de bosneuker m
- (scheldwoord) vreemde snuiter, primitief persoon
Gangbaarheid
- Het woord 'bosneuker' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.