borstelstaartkangoeroeratten

Nederlands

 
Tasmaanse borstelstaartkangoeroerat
(Bettongia gaimardi)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bor·stel·staart·kan·goe·roe·rat·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borstelstaartkangoeroeratten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de borstelstaartkangoeroerattenmv

  1. (buideldieren) Bettongia   een geslacht van kangoeroeratten met een brede kop, een korte bek en vaak een "borstel" van lange haren op de staart. De neus is naakt
Hyperoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

Meer informatie