borduurraam
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: borduurraam (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bor·duur·raam
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borduurraam | borduurramen |
verkleinwoord | borduurraampje | borduurraampjes |
Zelfstandig naamwoord
het borduurraam o
- een houten raam waarop stof is gespannen waarop men aan het borduren is
- ▸ Toen hij de salon betrad, waar de freules meestal vertoefden, groette hij de dames, van wie er twee achter een borduurraam zaten, terwijl de derde hen voorlas.[2]
Gangbaarheid
- Het woord borduurraam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1