Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boord·schut·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boordschutter boordschutters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de boordschutterm

  1. (militair) (beroep) iemand die een boordkanon van een militair vliegtuig bedient
     Er zijn unieke beelden van Urk uit de Tweede Wereldoorlog opgedoken. Het gaat om filmmateriaal waarop te zien is dat een boordschutter wordt begraven in 1941.[1]
     Een van de slachtoffers was de Canadese boordschutter Francis Cooper. Zijn lichaam werd nooit gevonden. De landmacht onderzoekt de vondsten nu om te bepalen of het om deze militair gaat.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eervolle begrafenis boordschutter WO II op film: 'Blij verrast met beeld'” (Maandag 3 mei 2021, 11:22), NOS
  2.   Weblink bron “Menselijke resten gevonden bij berging WO II-bommenwerper” (Donderdag 5 oktober 2017, 11:16), NOS