boomkunde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomkunde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkʏndə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɵn.də/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kʏn.də/
Woordafbreking
- boom·kun·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom zn en kunde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkunde | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de boomkunde v
- informele benaming van dendrologie: wetenschap die zich met bomen, heesters en andere houtachtige planten bezighoudt
- Hij is bijzonder geïnteresseerd in de boomkunde.
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'boomkunde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.