Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·bo·a's
Woordherkomst en -opbouw
  • Meervoud van de samenstelling van boom en boa
enkelvoud meervoud
naamwoord boomboa boomboa's
verkleinwoord boomboaatje boomboaatjes

Zelfstandig naamwoord

de boomboa'smv

  1. (reptielen) (Corallus) een slangengeslacht uit de familie Boidae  
    • Hoeveel soorten boomboa's komen er hier voor? 
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de boomboa'smv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord boomboa


Gangbaarheid