boog recht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boog recht (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boog recht
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rechtbuigen |
boog recht
- enkelvoud verleden tijd van rechtbuigen
- Ik boog recht.
- Jij boog recht.
- Hij, zij, het boog recht.
- Ik boog recht.
Gangbaarheid
- Het woord boog recht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.