bonnenverkoper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bon·nen·ver·ko·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonnenverkoper | bonnenverkopers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bonnenverkoper m
- (beroep) iemand die (waarde)bonnen verkoopt
Gangbaarheid
- Het woord bonnenverkoper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.