boni
Niet te verwarren met: Boni |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ni
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boni | boni's |
verkleinwoord | bonietje | bonietjes |
Zelfstandig naamwoord
het boni o
- (boekhouding) batig slot, saldo
Zelfstandig naamwoord
de boni mv
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord boni staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boni" herkend door:
21 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ boni op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be