boerenzwaluw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boerenzwaluw (hulp, bestand)
- IPA: /ˈburə(n)ˈzwalyw/
Woordafbreking
- boe·ren·zwa·luw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenzwaluw | boerenzwaluwen |
verkleinwoord | boerenzwaluwtje | boerenzwaluwtjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zangvogels) Hirundo rustica , een kleine trek- en zangvogel
Hyperoniemen
Vertalingen
1. een kleine trek- en zangvogel
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord boerenzwaluw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.