boerenwijsheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boe·ren·wijs·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenwijsheid | boerenwijsheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boerenwijsheid v
- iets dat heel vanzelfsprekend is
- ▸ Olaf Dekkers, epidemioloog en hoogleraar interne geneeskunde van het LUMC: "Het is bijna een soort boerenwijsheid om te zeggen: alles waarmee je contacten vermindert, zal invloed hebben op het aantal infecties." Hij begrijpt dat het moeilijk nieuws is voor mensen. "We zien dat de cijfers dalen, dat is met veel offers gegaan. Nu is het alsof de leraar zegt: je krijgt een 7, maar het is toch een onvoldoende. Dat is de lastige psychologie. Daarom moet het goed worden uitgelegd."[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'boerenwijsheid' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Avondklok is bijna een boerenwijsheid: het vermindert contacten'” (Dinsdag 19 januari 2021, 21:35), NOS