boeiboord
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boei·boord
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boeiboord | boeiboorden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) een opstaande zijde van een dakrand of dakgoot
Synoniemen
Vertalingen
1. een opstaande zijde van een dakrand of dakgoot
Gangbaarheid
- Het woord boeiboord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.