Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·dy·check
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord bodycheck bodychecks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bodycheckm

  1. (voetbal) (sport) op een illegale, hardhandige wijze de tegenstander de doorgang belemmeren
     Robben maakte na een mooie actie de 3-0 met assistentie van Müller, die met een bodycheck Alba de doorgang belette.[1]
     Benfica - sinds deze zomer het onderkomen van Ola John - moet het zonder zijn aanvoerder Luisão stellen. De Braziliaanse verdediger zit een schorsing van twee maanden uit, nadat hij in augustus een scheidsrechter een bodycheck gaf tijdens een oefenduel met Fortuna Düsseldorf. Ook de geblesseerde Oscar Cardozo ontbreekt bij de Portugezen. Barcelona mist dinsdagavond verdedigers Thiago Alcantara en Piqué in het Estádio de Luz. Beiden zijn geblesseerd.[2]
  2. (medisch) algemeen lichamelijk onderzoek

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Superieur Bayern rolt Barça op” (Dinsdag 23 april 2013, 22:35), NOS
  2.   Weblink bron “Comeback-team Barça zoekt vorm” (Maandag 1 oktober 2012, 20:03), NOS