Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bo·dhi·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bodhiboom bodhibomen
verkleinwoord bodhiboompje bodhiboompjes

Zelfstandig naamwoord

de bodhiboomm

  1. (bloemplanten) Ficus religiosa   een plant uit de moerbeifamilie (Moraceae  ). Het is een snelgroeiende boom met luchtwortels, die 30 meter hoog kan worden. De opvallend gevormde bladeren hebben een "druppelspits", waarvan men aanneemt dat die zorgen voor de snelle afvoer van regenwater. De bodhiboom is inheems in Pakistan, India en Sri Lanka
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie