1. Bloksteen als bescherming rond de waterlijn (Afsluitdijk)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blok·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloksteen blokstenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bloksteenm

  1. (waterbeheer) voor steenglooiing geschikte stenen, die vrij regelmatig rechthoekig zijn gehakt op ongeveer gelijke afmetingen
      In de kruin worden gewoonlijk een of twee rijen Doorniksche bloksteen in de steenbekleeding verwerkt, als voetpad over de dammen, die door het aangroeien van zeegewassen, waardoor men de onregelmatige steenen en tusschenliggende gaten niet ziet, moeilijk begaanbaar kunnen zijn.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    L.G. van Breen
    “Holland's Rijshout”, digitale editie gemaakt naar de eerste druk (1920), Oosterbaan & Le Cointre, Goes, p. 199