bloksteen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- blok·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloksteen | blokstenen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bloksteen m
- (waterbeheer) voor steenglooiing geschikte stenen, die vrij regelmatig rechthoekig zijn gehakt op ongeveer gelijke afmetingen
Vertalingen
Gangbaarheid
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron L.G. van Breen“Holland's Rijshout”, digitale editie gemaakt naar de eerste druk (1920), Oosterbaan & Le Cointre, Goes, p. 199