bloemstengel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bloem·sten·gel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bloemstengel | bloemstengels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bloemstengel m
- (plantkunde) deel van een plant net onder de bloem
- ▸ Hortus Botanicus in Leiden stond op het punt om ze weg te halen. Die vier agaves met een bloemstengel van een paar meter stonden er toch al zo'n zestig of zeventig jaar en van bloeien was het nooit gekomen. "Het is net alsof ze dat hebben gehoord", zegt Rogier van Vugt van Hortus Botanicus.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bloemstengel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Hitte brengt plant Leiden na 60 jaar tot bloei” (Woensdag 25 juli 2018, 20:25), NOS