Nederlands

 
bloemenvaas
Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·men·vaas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemenvaas bloemenvazen
verkleinwoord bloemenvaasje bloemenvaasjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemenvaasv / m

  1. (huishouden) een aardewerken of glazen kruik, bedoeld voor het in het water zetten van bloemen
     Ze ontdekte de chaos toen ze woensdag even thuis kwam.Haar smetteloos witte bed was besmeurd met pies en poep, gordijnen waren naar beneden getrokken, een grote bloemenvaas was omgevallen, een lantaarntje lag kapot op de grond en potten met planten waren van de vensterbank gevallen.[1]
     ,,Suikerklontjes in koffie en thee is misschien een minder goed idee, daar word je dik van. Maar ik raad aan ze eens in een bloemenvaas te doen. Met water en twee theelepeltjes azijn. De bloemen blijven prachtig als je dat doet.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Katje maakt puinhoop van huis in Enschede tijdens vakantie” (06-08-2015), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Stefan ten Teije
    “Deze schoonmaakmiddelen haal je uit je voorraadkast” (05-09-2019), Tubantia