Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloe·men·geur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloemengeur bloemengeuren
verkleinwoord bloemengeurtje bloemengeurtjes

Zelfstandig naamwoord

de bloemengeurm

  1. een geur afkomstig van bloemen of die aan bloemen doet denken
    • Een bloemengeur die ik heel lekker vond. 
Vertalingen

Gangbaarheid