bliktand
- blik·tand
vervoeging van |
---|
bliktanden |
bliktand
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliktanden
- Ik bliktand.
- gebiedende wijs van bliktanden
- Bliktand!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bliktanden
- Bliktand je?