blikopener
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: blikopener (hulp, bestand)
Woordafbreking
- blik·ope·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blik en opener
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blikopener | blikopeners |
verkleinwoord | blikopenertje | blikopenertjes |
Zelfstandig naamwoord
de blikopener m
- (huishouden) (gereedschap) een stuk gereedschap voor het openen van blikken
- Het concervenblik was uitgevonden voordat er een blikopener was.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord blikopener staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blikopener" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be