bleekgeel blaasjeskruid

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bleek·geel blaas·jes·kruid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bleekgeel blaasjeskruid bleekgele blaasjeskruiden
verkleinwoord bleekgeel blaasjeskruidje bleekgele blaasjeskruidjes

Zelfstandig naamwoord

het bleekgeel blaasjeskruido

  1. (bloemplanten) Utricularia ochroleuca   een vleesetende overblijvende waterplant uit de blaasjeskruidfamilie (Lentibulariaceae  ), die van nature voorkomt in Noord-, Midden- en West-Europa en van daaruit verder verspreid is naar enkele plaatsen in Noord-Amerika. De soort staat op de Nederlandse Rode lijst van planten   als niet meer aanwezig in Nederland. De vleesetende soort was zeer zeldzaam in het zuidoosten van het land en werd voor het laatst in 1983 gevonden
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie