Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blauw·wier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blauwwier blauwwieren
verkleinwoord blauwwiertje blauwwiertjes

Zelfstandig naamwoord

het blauwwiero

  1. (bacteriën) benaming voor op algen lijkende eencelligen uit de stam Cyanobacteria  , waarvan sommige soorten voor mens of dier giftige stoffen kunnen afscheiden
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid