Spaans

Bijvoeglijk naamwoord

blasfema

  1. vrouwelijk enkelvoud van blasfemo

Werkwoord

vervoeging van
blasfemar

blasfema

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blasfemar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van blasfemar