Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blaas om·ver
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omverblazen

blaas (...) omver

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverblazen
    • Ik blaas omver. 
  2. gebiedende wijs van omverblazen
    • Blaas omver! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omverblazen
    • Blaas je omver?