Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·ge·val·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: binnenvallen…
verbogen vorm: binnengevallene

binnengevallen

  1. voltooid deelwoord van binnenvallen
     Dennis en Max hadden op school bij hun vriendjes informatie opgedaan en waren met rode konen het huis binnengevallen.[1]

Verwijzingen