bijstandstoerisme

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·stands·toe·ris·me
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijstandstoerisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bijstandstoerismeo

  1. (pejoratief) het verhuizen naar gemeenten waar de bijstandsregeling voordeliger is

Gangbaarheid

Verwijzingen