bijklusser
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijklusser (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·klus·ser
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van bijklussen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijklusser | bijklussers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bijklusser m
- iemand die bijklust
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord bijklusser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.