Nederlands

 
Schets van de bijenluisvlieg.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • bij·en·luis·vlieg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijenluisvlieg bijenluisvliegen
verkleinwoord bijenluisvliegje bijenluisvliegjes

Zelfstandig naamwoord

de bijenluisvliegv / m

  1. (tweevleugeligen) Braula coeca   een tweevleugelig insect uit de familie bijenluizen (Braulidae). De bijenluisvlieg heeft een roodbruine lichaamskleur en is een zeer klein insect, de maximale lichaamslengte is 1,5 millimeter. Dit heeft te maken met de levenswijze; de vlieg leeft op de honingbij (Apis mellifera)
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie