bezweerder
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezweerder (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zweer·der
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bezweren met het achtervoegsel -der[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezweerder | bezweerders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bezweerder m
- iemand die bezweert
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord bezweerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.