beweeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beweeg (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈwex / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bəˈʋeχ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bəˈβ̞ex/
- (Limburg): /bəˈwex/
Woordafbreking
- be·weeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewegen |
beweeg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
- Ik beweeg.
- gebiedende wijs van bewegen
- Beweeg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewegen
- Beweeg je?
Gangbaarheid
- Het woord beweeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beweeg" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be