Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·wa·ter·de

Werkwoord

vervoeging van
bewateren

bewaterde

  1. enkelvoud verleden tijd van bewateren
    • Ik bewaterde. 
    • Jij bewaterde. 
    • Hij, zij, het bewaterde. 
  2. verbogen vorm van bewaterd, voltooid deelwoord van bewateren