Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vrij·de

Bijvoeglijk naamwoord

bevrijde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bevrijd

Werkwoord

vervoeging van
bevrijden

bevrijde

  1. aanvoegende wijs van bevrijden
  2. verbogen vorm van bevrijd, voltooid deelwoord van bevrijden

Gangbaarheid