bevreemdt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·vreemdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevreemden |
bevreemdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevreemden
- Jij bevreemdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevreemden
- Hij bevreemdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevreemden
- Bevreemdt!