Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·voor·rech·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bevoorrechten
bevoorrechtte
bevoorrecht
zwak -t volledig

Werkwoord

bevoorrechten

  1. overgankelijk bijzondere rechten toekennen aan de één boven de ander
    • De adel werd eeuwenlang bevoorrecht boven de gewone burger. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be