bevechten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·vech·ten
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bevechten |
bevocht |
bevochten |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
bevechten
- overgankelijk iets/iemand ~: de strijd aanbinden met iets/iemand
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bevechten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bevechten" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be