beurshandelaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- beurs·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beurs en handelaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beurshandelaar | beurshandelaren beurshandelaars |
verkleinwoord | beurshandelaartje | beurshandelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de beurshandelaar m
- iemand die voor zijn beroep op de beurs aandelen in- en verkoopt, vaak voor klanten
- De beurshandelaar was vooral actief op de Amsterdamse aandelenbeurs.
Synoniemen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord beurshandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.