Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·trouw·baar
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van betrouwen met het achtervoegsel -baar

stellend vergrotend overtreffend
onverbogen betrouwbaar betrouwbaarder betrouwbaarst
verbogen betrouwbare betrouwbaardere betrouwbaarste
partitief betrouwbaars betrouwbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

betrouwbaar

  1. te vertrouwen, zo dat men zich erop kan verlaten
    • Ik durf best over het ijs te gaan, want het ziet er betrouwbaar uit. 
     Deze informatie was nog betrouwbaarder dan de soms wat verouderde opmerkingen in Guthook en gezamenlijk gaven ze voldoende informatie om met enigszins gerust hart de uitgedroogde woestijn in te trekken.[1]
     Het is niet mijn bedoeling om het leven van de prinses te beschrijven, maar dat van mezelf, het enige verhaal dat ik uit betrouwbare bron ken.[2]
  2. geloofwaardig
    • De getuige maakte een betrouwbare indruk. 
     Hoewel Perry betrouwbaar overkwam, wilde ze hem niet op andere ideëen brengen.[3]
  3. deugdelijk
    • Dit bedrijf staat bekend om de betrouwbare producten die het produceert 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Danielle Teller (vert. Marja Borg)
    “Er was eens iets anders” (2018), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026346477
  3. All-inclusive”   (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be