betonijzervlechter
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ton·ij·zer·vlech·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van betonijzer zn en vlechter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betonijzervlechter | betonijzervlechters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (bouwkunde) (beroep) vakman die ijzeren of stalen staven knipt, buigt en aan elkaar bevestigt om de wapening voor het beton te maken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord betonijzervlechter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.