Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·ton·ba·ron
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betonbaron betonbaronnen
betonbarons
verkleinwoord betonbaronnetje betonbaronnetjes

Zelfstandig naamwoord

de betonbaronm

  1. (pejoratief) (beroep) iemand die veel geld heeft verdiend met het vervaardigen en/of verkopen van beton
    • De betonbaron reed in zijn luxe auto voorbij. 

Gangbaarheid