betekenaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: betekenaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·te·ke·naar
Woordherkomst en -opbouw
Naamwoord van handeling van betekenen met het achtervoegsel -aar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | betekenaar | betekenaars |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de betekenaar m
Synoniemen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord betekenaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.