Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·stem

Werkwoord

vervoeging van
bestemmen

bestem

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestemmen
    • Ik bestem. 
  2. gebiedende wijs van bestemmen
    • Bestem! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestemmen
    • Bestem je? 


Noors

Woordafbreking
  • be·stem

Werkwoord

bestem

  1. gebiedende wijs van bestemme


Nynorsk

Woordafbreking
  • be·stem

Werkwoord

bestem

  1. gebiedende wijs van bestemme