Duits

Uitspraak
  • IPA: /bəˈʃtɛltʔap/
Woordafbreking
  • be·stellt ab

Werkwoord

bestellt ab

  1. (hoofdzin) derde persoon enkelvoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van abbestellen
  2. (hoofdzin) tweede persoon meervoud aantonende wijs tegenwoordige tijd van abbestellen
  3. gebiedende wijs meervoud van abbestellen