Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bes·sen·sap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bessensap bessensappen
verkleinwoord bessensapje bessensapjes

Zelfstandig naamwoord

het bessensapo

  1. (drinken) een vruchtensap dat uit bessen bereid is
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be