Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·spi·o·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bespioneren
bespioneerde
bespioneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

bespioneren

  1. overgankelijk heimelijk proberen geheime informatie van iemand of een organisatie te verkrijgen
    • Veel grote bedrijven zijn beducht door de mededingers bespioneerd te worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be